Uitzaaiingen: metastase
Iedereen kent de betekenis van uitzaaiingen, maar niet iedereen weet dat de officiële benaming hiervoor metastase is. Tumoren kunnen zich loslaten van de oorspronkelijke tumor en via weefselvocht, lymfe, bloed, enzovoorts elders worden versleept. Indien daar de juiste groeivoorwaarden aanwezig zijn, groeien ze uit tot nieuwe tumoren, die uitzaaiingen of metastases worden genoemd. Het is beslist niet zo dat ook iedere losgelaten tumorcel elders in het lichaam uitgroeit tot een nieuwe tumor, het merendeel wordt namelijk door het afweermechanisme van het lichaam vernietigd. In de direct omgeving kan het tot vorming van zogenaamde satelliettumoren komen. Als op geheel andere plaatsen in het lichaam uitzaaiingen worden gevonden, hebben deze uitzaaiingen zich kunnen ontwikkelen doordat, langs voorspelbare wegen, losgelaten tumorcellen deze plek konden bereiken. In de praktijk wordt gerekend met een viertal metastaseringswegen:
- Via de lymfevaten (lymfogene metastasering)
- Via de bloedvaten (hematogene metastasering)
- Via afvoerwegen en kanalen in organen
- Via het vocht in de sereuze holten
Wat aan de orde is hangt samen met de aard van het gezwel, de lokalisatie ervan en de mate waarin het gezwel is ontwikkeld. De ervaring heeft geleerd dat tumoren uitgaande van dek- en klierweefsel (carcinomen en adenocarcinomen) alsmede melanomen en lymfomen in eerste instantie metastaseren langs lymfogene weg. Tumoren uitgaande van steunweefsel (sarcomen) metastaseren in de eerste plaats langs de hematogene weg. Een kanker geldt als zeer kwaadaardig wanneer in een vroeg stadium al sprake is van uitzaaiingen en als weinig kwaadaardig wanneer uitzaaiingen pas in een laat stadium optreden.
Lymfogene metastasering
Het is voor tumorcellen vrij gemakkelijk om in de lymfevaten terecht te komen. Immers, het lymfevatenstelsel ontspringt in de weefsels, de lymfecapillairen bezitten grote openingen waardoor de tumorcellen gemakkelijk kunnen binnenkomen. Soms verstoppen de lymfevaten erdoor of raken ze ontstoken: lymfangitis carcinomatosa. In de eerste lymfeklierstations worden de tumorcellen uit gezeefd en groeien er uitzaaiingen uit. De lymfeklier wordt daarbij groot en hard, doorgroei door het kapsel naar het omliggende weefsel kan volgen. De klier groeit in de omgeving vast. Vanuit de eerste klier kunnen weer tumorcellen naar volgende klieren worden versleept enzovoort.
Hematogene metastasering
De cellen komen in de bloedvaten terecht en worden met de veneuze afvoer mee getransporteerd naar uiteindelijk een nieuw haarvatennet, waar ze zich vasthechten en kunnen uitgroeien tot uitzaaiingen. Bij hematogene metastasering wordt een aantal vaste wegen gevolgd en aan de hand daarvan kennen we een drietal vormen van hematogene metastasering, namelijk:
- Uitzaaiingen: type Vena Cava: vanuit het gehele lichaam worden de tumorcellen uiteindelijk vervoerd naar de vena cava (superior of inferior) en dan via het rechter deel van het hart en de arteria pulmonalis naar het haarvatenstelsel van de longen. Hier kunnen tumorcellen zich vasthechten en uitgroeien tot nieuwe tumoren, waardoor er uitzaaiingen zijn.
- Uitzaaiingen: type Vena Portae: vanuit het gebied dat zijn bloed stuurt naar de vena portae (vooral het maag-darmkanaal) komen de tumorcellen terecht in de lever en kunnen daar uitgroeien tot uitzaaiingen.
- Uitzaaiingen: type Vena Pulmonalis: vanuit de longen, dus via de venae pulmonales (longaders), kunnen tumorcellen in principe via het linker deel van het hart en de aorta terechtkomen in het hele lichaam. De praktijk heeft geleerd dat meestal sprake is van metastase ontwikkeling in hersenen, wervels en lever (via de leverslagader).
Verder kennen we een hematogene metastaseringsmogelijkheid langs het axiale skelet (voornamelijk de wervelkolom) via een veneus bloedvatnet, waarbij het zelfs mogelijk is voor tumorcellen om zich in wisselende richtingen te verplaatsen. Tumoren in de buurt van het axiale vaatnet geven dan ook vrij gemakkelijk uitzaaiingen in wervels, schedel, ribben en borstbeen.
Langs afvoerwegen en kanalen
Deze weg wordt niet gemakkelijk gevolgd, al lijkt het nog zo vanzelfsprekend. We zien uitzaaiingen soms bij longkanker langs de bronchiën (tumorcellen in het sputum) en bij nierkanker langs de ureter.
Via het vocht in de sereuze holten
Grote lichaamsholten zoals de pleuraholte, de peritoneale holte en de liquorruimte kunnen dienst doen als uitzaaiingsweg. Dit is het geval als een gezwel (primair of metastatisch) doorbreekt naar de holte. De tumorcellen kunnen hierna uitzwermen door de holte, met het kleine beetje vloeistof mee dat zich altijd in de sereuze holten bevindt, of met het liquorvocht meegenomen worden. Groeien de uitzaaiingen uit in de weivliezen, dan gaat dit altijd gepaard met extra vochtvorming. Treedt dit op in de buik, dan spreken we van ascites (vocht in de vrije buikholte), zien we het in de borstkas dan noemen we het een hydrothorax (vocht in de pleuraholte).
Lees meer over uitzaaiingen of metastase via Wikipedia.