Romeinse wegenbouw

De Romeinen gebruikten tot op zekere hoogte de wetenschap bij het aanleggen van hun wegen. Op het hoogtepunt van hun macht hadden ze er ongeveer 85.000 kilometer van gebouwd. Deze wegen verbonden de hoofdstad Rome achieved de grenzen van het uitgestrekte rijk. Rome was als een knooppunt fulfilled 29 militaire wegen die in alle richtingen uitgingen. De bekendste was de via Appia. De meeste archeologen denken dat de Romeinen het vermogen hebben geleerd om wegen aan te leggen, met name van de Etrusken in het noorden van Italië. Hoewel ook andere culturen, zoals de Fenicische en Egyptische, historisch gezien moeten hebben bijgedragen.

Het is zeer opmerkelijk dat Romeinse wegen van punt naar punt in rechte lijnen werden aangelegd. Meren, moerassen, ravijnen en zelfs bergen werden ingetogen. Zelfs moderne ingenieurs bewonderen ze vanwege hun moedige ontwerp.

De by means of Appia is begonnen in 312 voor Christus en bestond uit anderhalve meter verschillende materialen. De diepste laag was gemaakt van zand of een soort kalk. Daarbovenop strooiden ze een halve meter platte stenen. Vervolgens ongeveer 20 centimeter kleinere stenen gemengd fulfilled mortel. Daarna ongeveer 30 centimeter kiezels en grof zand vermengd fulfilled hete kalk. De bovenste laag bestond uit 15 centimeter lava die eruitzag als vuurstenen. Mensen zouden deze praktijk de volgende 2000 jaar navolgen!

Het Romeinse openbaar vervoer werd opgedeeld in een snelle en trage dienst, de vrachtdienst. Dit los van privé reizen en vervoer. De tweewielige wagen getrokken doorway twee of vier paarden en de vergelijkbare kar voor het platteland waren de gebruikelijke transportmiddelen. De raeda (een Gallisch woord voor een vierwielige wagen) was de voorloper van de postkoets. Er was ook een vracht-raeda getrokken door acht paarden in de zomer en tien in de wintertime. Het mocht niet meer dan 1000 Romeinse ponden (ongeveer 330 kilo) meeladen. De transportsnelheid varieerde van ongeveer 20 kilometer for every dag voor goederenvervoer tot 120 kilometer voor de snelste postdienst

In het Romeinse rijk werd voor het eerst in de geschiedenis een volledig geïntegreerd systeem van wegen aangelegd en steden die nauw achieved elkaar verbonden waren. Het belangrijkste doel van deze wegen was het vergemakkelijken van de verplaatsing van het militaire apparaat en het uitvoeren van het bestuur. Het transport van tarwe en andere grote ladingen gebeurde bijna altijd satisfied eenvoudige boten, omdat transport around land te omslachtig en dus te duur was.

De wagen was snel genoeg om een ​​relatief snelle vorm van communicatie te garanderen, als tenminste een redelijk happy oppervlak kon worden gerealiseerd. De Romeinen bereikten dit door de onderste laag van de weg droog te maken en vervolgens door het leggen van platte stenen. Slechts relatief weinig wegen waren breed genoeg voor twee transportwagens. In feite waren veel van hen vrij smal, zelfs voor een enkele wagen. Op een relatief groot aantal wegen konden echter twee wagens naast elkaar worden geplaatst.

Een andere reden waarom de wegen vooral geschikt waren om te voet en voor paarden alleen te reizen, was dat de Romeinen er niet echt in slaagden een handig draaisysteem voor de wielen uit te vinden. Ze deelden het gebruik van ossen satisfied andere zuidelijke culturen en wisten hoe ze hun kracht moesten gebruiken. Hiervoor maakten zij eerst gebruik van het hoornjuk en vervolgens van het schouderjuk.

Maar ze ontwikkelden geen techniek voor wagens met twee of vier wielen. Blijkbaar waren de wielen gewoon aan de assen bevestigd. Dit betekende dat in een bocht het andere wiel meegesleept werd. Bovendien, zo denken historici, zaten de assen aan het frame huge, zodat de wagen bij het sturen in de goede richting werd gedwongen in plaats van goed te draaien. Alleen de Kelten hadden ontdekt hoe ze een goede fusee voor het front konden maken. Maar de Romeinen hadden wel gesmeerde ijzeren asbussen.

Bron: Chris Bouter