Laboratorium: medisch onderzoek

Laboratorium: medisch laboratoriumonderzoek

Laboratorium onderzoek in het ziekenhuis is iets wat veel vaker wordt toegepast dan men aanvankelijk aanneemt.

Hematologisch laboratorium

In het hematologisch laboratorium gebeuren onder andere onderzoeken van bloedcellen, de bepaling van de Hb-waarde en Hct-waarde en de BSE-bepaling. Het aantal witte bloedcellen en bloedplaatjes wordt bepaald en het stollingsmechanisme wordt gecontroleerd. Met de Hb-bepaling gaat men na hoeveel hemoglobine of rode bloedkleurstof er in het bloed zit. Een te laag gehalte betekent dat de patiënt bloedarmoede heeft. De hematocrietwaarde (Hct) geeft de verhouding tussen het aantal bloedcellen en het plasma aan. Een lage Hct-waarde betekent dat er in verhouding weinig cellen in het bloed zitten, het bloed is als het ware verdund.

De BSe is de bezinkingssnelheid van erytrocyten, kortweg bloedbezinking genoemd. Onstolbaar gemaakt bloed wordt in een dun buisje gezogen en dan gedurende een uur rechtop weggezet. De cellen in het bloed zakken naar beneden onder invloed van de zwaartekracht en bovenaan in het buisje blijft alleen plasma over. Na een uur kijkt men hoe hoog de plasmakolom is. Deze hoort normaal minder dan zes millimeter te zijn. Dit onderzoek wordt in een labo veel verricht wanneer men vermoedt dat ergens in het lichaam een infectie aanwezig is. De BSE is in deze gevallen verhoogd.

Klinisch chemisch laboratorium

Het klinisch chemisch laboratorium onderzoekt de in bloed, urine en ontlasting voorkomende stoffen. Op indirecte wijze kan men zo stoornissen in orgaanfuncties vaststellen. De aanwezigheid van onverteerde voedselbestanddelen (bijvoorbeeld eiwitten) in de ontlasting kan wijzen op een stoornis in de vertering van voedsel. Suiker in de urine, of proteïnurie, en soms ook in het bloed (hematurie) kan wijzen op een gestoorde nierfunctie enzovoorts.

Microbiologisch laboratorium of bacteriologisch laboratorium

Daarnaast kan in een labo nog naar diverse stoffen worden gekeken die in het bloed voor kunnen komen. Het is mogelijk om een bepaling uit te voeren van het gehalte aan elektrolyten (natrium, kalium enzovoorts), van bilirubine (zegt iets over de leverfunctie) en van amylase (in het bloed aanwezig bij een ontsteking van de alvleesklier). Het zou te ver voeren om dit nu allemaal uitgebreid in dit artikel te gaan behandelen. In het microbiologisch (bacteriologisch) laboratorium stelt men vast welke ziektekiemen in ingestuurde pus, urine, ontlasting en sputum aanwezig zijn. Tevens wordt er bepaald welk medicijn dat het beste kan worden gebruikt tegen deze ziektekiemen.

Pathologisch automatisch laboratorium

In het pathologisch anatomisch laboratorium vinden obducties plaats, waarbij macroscopisch zowel als microscopisch onderzoek wordt uitgevoerd teneinde te kunnen vaststellen waaraan de persoon is overleden. Dit wordt in ieder geval gedaan als men vermoedt dat er sprake is van een onnatuurlijke doodsoorzaak. Het doel van de obductie kan ook zijn, onderzoek te verrichten naar de aard van de ziekte om meer kennis hierover te vergaren en/of resultaten van medische onderzoek- en behandelmethoden na te gaan. In dat geval wordt aan de familie toestemming gevraagd. Organen en weefsels die operatief zijn verwijderd, worden eveneens in dit labo onderzocht, evenals materiaal verkregen via biopsieën en puncties.

Wikipedia heeft een pagina met informatie, bekijk ze via http://nl.wikipedia.org/wiki/Laboratorium.