Jumping: hindernissen muur en sloot

Hindernissen bij jumping: muur en sloot

De sloot en de muur zijn bij de springsport voor paarden, of kortweg jumping, vaak heel moeilijke hindernissen. Paarden zien bij een muur niet wat zich erachter bevindt (omdat het een massief geheel is, en het paard er niet doorheen kan kijken), en bij een sloot krijgt het paard opeens een ongewenst bad. Daarom worden in dit artikel de sloot en de muur bij jumping behandeld.

Heeft u een shetlander? Vergeet dan niet om een goed paardendeken voor uw shetlander te kopen!

Jumping bij paardrijden: de sloot

Jumping sloot: tot elke prijs een val voorkomen

Tijdens een jumping komt het nogal eens voor dat men in de sloot valt. Vaak is er niets aan de hand, maar gewaardeerd wordt zoiets zeker niet. En als het paard ook een duik heeft genomen, betekent een val in de sloot het einde van het parcours tijdens een wedstrijd jumping!

Jumping sloot: aan het werk

De sloot is een belangrijke drempel, want veel paarden vertrouwen het water niet. Het is ook een evenwichtsprobleem, want het effect van water op het moment van de landing brengt een abrupte vertraging met zich mee. Na een goede training, levert deze hindernis tijdens een jumping in principe geen problemen meer op.

Jumping sloot: stap 1

Veel sloten hebben aan de afzetzijde een lager gedeelte. Zelfs als dit niet op het water uitkomt, moet men het met lage snelheid naderen. Te meer wanneer de sprong in het water uitkomt. Het paard moet dan eerder dalen dan springen. U moet niet aarzelen om in draf over te gaan. Zelfs als de afzetzijde van de sloot vanaf een rechte geschiedt, zelfs als er géén hindernis is, zal het naderen toch altijd met een trage snelheid moeten, zodat het paard niet als gevolg van bijvoorbeeld opspattend water uit zijn evenwicht raakt. Langzaam dus, maar niet zonder impuls! Nu eens schittert het water in de zon, dan lijkt het oppervlak weer een gat, zo donker … Veel paarden vertrouwen het niet en kunnen weigeren tijdens een jumping wedstrijd of een jumping training!

Jumping sloot: stap 2

Belast de voorhand niet tijdens de jumping, vooral niet als de afzetzijde lager gelegen is: het overgewicht bij de landing zou tot gevolg kunnen hebben dat de knieën van het paard buigen. Ga rechtop zitten, in balans in uw stijgbeugels, met het achterwerk net boven het zadel. Strek uw armen maximaal om mee te kunnen gaan met de verlengde beweging van de hals van het paard, terwijl u de teugels kort houdt.

Jumping sloot: stap 3

Tijdens de landing en bij de eerste stappen in het water van de jumping, moet u ervoor zorgen dat het paard niet gestoord wordt bij zijn inspanning om zijn evenwicht te bewaren. Tijdens het oversteken van de sloot, moet er noch versneld, noch vertraagd worden. De hoeven kleven aan de bodem vast en de wrijving van het water zorgt voor een vertraging van de bewegingen. Zorg voor een stevig contact met uw handen en versterkt de impuls met uw benen.

Jumping sloot: stap 4

Welke de uitgangshindernis er tijdens de jumping wedstrijd of training ook is, het paard is geneigd om zich op de één of andere manier af te zetten teneinde het water uit te komen. In zo’n geval zal hij moeite hebben om de hindernis te nemen. Het is beter om hem zo veel mogelijk in de stap mee te nemen, met name als het een hoger gelegen hindernis van een jumping betreft.

Jumping sloot: stap 5

Voor een sprong uit het water is er tijdens een jumping een bijzondere inspanning vereist. De ruiter moet de rug van het paard goed ontlasten door zich voorover te buigen en zijn achterwerk op te lichten. Pas op dat u de beweging niet te laat volgt en zodoende de achterhand vervolgens onnodig belast.

Jumping sloot: opgelet!

Voordat u een sloot in gaat, moet u tijdens de jumping training zeker weten dat deze niet dieper is dan u denkt. Controleer tevens of de bodem geen gevaar oplevert (stenen, stronk, scherven, een gat, enz.). In een wedstrijd rekent men wat het toezicht op de veiligheid betreft vanzelfsprekend op de organisatoren.

Jumping sloot: de inspanning goed doseren

Gedurende de gehele jumping lang stapelen de geleverde inspanningen zich op. De ruiter moet continu alert zijn en zich inspannen zijn paard te ontzien. Bovendien moet hij hem niet onnodig vermoeien.

Jumping sloot: zorg ervoor dat uw paard er geen genoeg van krijgt

De intensieve inspanningen die een paard moet produceren om de zwakheden van zijn ruiter te compenseren, bijvoorbeeld: te laat bij een hoger gelegen hindernis, het gewicht dat op de achterhand rust, een hand die het paard in het water loslaat, enzovoorts, heeft een weerslag op zijn algemene conditie en dus op zijn prestaties tijdens de jumping. Dan is het mogelijk dat het paard uiteindelijk genoeg krijgt van een te lastig parcours. Het is dus aan de ruiter om de inspanning, die hij van hem vraagt, te doseren en om hem goed te begeleiden tijdens een jumping wedstrijd.

Jumping sloot: hoe maak ik mijn paard vertrouwd met water?

Het probleem bij het oversteken van de sloot kan tijdens de jumping training opgelost worden. Iedere gelegenheid is er één om het paard aan water te laten wennen. Neem hem vaak mee naar een waterplas of een beek om er samen met uw paard in te spelen.

Stijg de eerste keer af en ga samen met hem het water in om hem vertrouwen te geven. Vermijd vooral dat deze training een corvee wordt: geen ijskoud water en geen onaangename spetters in ogen of oren. Als uw paard water prettig begint te vinden, laat hem dan ondiepe plassen, beekjes of vijvers in de stap, draf en vervolgens in galop oversteken. Daarna is het paard klaar om in het water (of tijdens een wedstrijd liever over het water) te springen tijdens een jumping.

Verander geregeld van plek en kom steeds wanneer het licht anders is op dezelfde plaats terug. Zo zal uw paard op een gegeven moment geen watervrees meer kennen, ongeacht de aanblik van het water. Als u het geluk hebt om een sloot dicht in de buurt te hebben, ga daar dan vaak heen om te oefenen.

Jumping bij paardrijden: de muur

Jumping muur: durft u het?

De muur is tijdens jumping een heel bijzondere hindernis. De muur is heel goed te doen, maar ziet er zeer indrukwekkend uit. Er is veel impuls en een hoop lef voor nodig.

Een kwestie van vormen

Bij het jumping parcours voor de hoge klassen is, met het oog op de moeilijkheidsgraad, de plaatsing van de hindernissen en de onderlinge afstand ervan bepalend, meer dus dan hun vorm. Niettemin is de vorm en het uiterlijk echter belangrijk, zowel op fysiek als technisch, als op psychologisch vlak.

Twee grote families

Schematisch gezien verdeelt men de hindernissen van het jumping parcours onder in twee categorieën: de steil- en breedtesprongen. Men springt niet op dezelfde wijze over een steilsprong of over een oxer en het paard reageert ook niet op dezelfde manier bij een zeer kale steilsprong en een triplebar met hagen. De steilsprongen worden vaak als de meest technische hindernissen gezien tijdens de jumping, waarvoor een uitgebalanceerd en bedachtzaam paard vereist is, terwijl voor de breedtehindernissen vaak meer snelheid en temperament vereist is. De muur behoort tot de familie van de steilsprongen, ofschoon zijn massa en breedte er een vrij specifieke hindernis van maken.

De techniek aanpassen

Om tijdens een jumping een brede hindernis te springen, zet het paard zich vrij dichtbij af en ontwikkelt hij zijn sprong door zich boven de balken te strekken om de breedte te kunnen bestrijken. Hoe verticaler de hindernis, hoe gemakkelijker de baan ernaar toe en hoe sneller men hem kan naderen. Daarentegen is de afzet redelijk op afstand, opdat het hoogste punt van de baan zich precies boven de hindernis bevindt. De gehele impuls moet naar boven gericht zijn om het paard in staat te stellen zijn voorhand omhoog te brengen in een zeer verticale beweging en, vervolgens, als het ware over de hindernis te rollen en zijn achterhand eroverheen te brengen.

Cadans en evenwicht

Dit type sprong verkrijgt men met een paard dat zich weer opricht en, op het moment van de afzet, zijn achterbenen stevig gebruikt. Dat betekent dat de ruiter een steilsprong moet naderen met een paard dat een goed evenwicht en een goede cadans heeft, licht gespannen, zonder buitensporige snelheid, terwijl zijn gewicht de laatste meters fors wordt teruggebracht op de achterhand.

Een geval apart

De muur is een steilsprong, maar hij is gemakkelijker dan een gewone hindernis bij jumping. Aangezien zijn massieve aanblik indruk op het paard maakt, heeft het paard de neiging zichzelf weer in evenwicht te brengen. Bovendien is het mogelijk de sprong rond te maken en een minder verticale baan te verkrijgen, omdat deze hindernis breder en meer afgerond is dan de andere steilsprongen. Bij een meervoudige hindernis, remt de muur het paard af. Hij maakt zijn passen korter en richt zich weer op. Daarmee moet rekening worden gehouden teneinde voldoende impuls te handhaven voor de volgende hindernis binnen deze opstelling.

De goede werkwijze

Bij een steilsprong bevindt het ideale afzetpunt zich op een afstand die, gemeten vanaf de voet van de hindernis, gelijk is aan de hoogte van de hindernis. Bijvoorbeeld, bij palissaden van 1,20 meter hoog moet de afzet op 1,20 meter gemeten vanaf de voet van de hindernis gebeuren. Natuurlijk zijn dit vuistregels die men aan het paard en de hindernis (vorm, hoogte, plek in het jumping parcours) moet aanpassen.

Puissance-wedstrijden

Een puissance-wedstrijd is voornamelijk bedoeld om de sprongkracht van het paard te testen, alsook zijn vermogen om over grote hindernissen te kunnen springen tijdens een jumping wedstrijd.

Een beknopt parcours

De puissance-wedstrijd wordt afgelegd op een beknopt parcours dat uit een aantal grote hindernissen van 1.20 meter tot 1.60 meter bestaat, alsook uit een muur die wel 1.80 meter hoog kan zijn. Dit type parcours mag geen meervoudige hindernis, sloot, greppel of ieder ander natuurlijke hindernis bevatten. De mededingers die een parcours foutloos afleggen worden onderverdeeld in achtereenvolgende barrages. Deze combinaties moeten over hindernissen springen die verhoogd of verbreed zijn. De overwinning komt diegene toe die tijdens de jumping de minste fouten en de snelste tijd heeft gemaakt.

Weinig kwetsbaar

De muur is uitstekend geschikt voor een puissance-wedstrijd, want het is een aan zeer grote banen aangepaste hindernis. Hij kan een licht hellende wand bevatten aan de afzetzijde, wat hem minder verticaal maakt en een goede afzet vergemakkelijkt. Bovendien is de muur een stabiele, weinig kwetsbare hindernis die het paard dat er langs strijkt niet met een balk bestraft; in feite hangt de overwinning van een jumping vaak van enkele centimeters af!

Jumping muur: jonge paarden

De muur is een indrukwekkende hindernis tijdens een jumping wedstrijd, die ontmoedigend kan lijken als hij een zekere hoogte heeft. Als jonge paarden ermee geconfronteerd worden aarzelen ze vaak of weigeren ze. Daar moet men zich in eerste instantie niet ongerust over maken; hier is sprake van een heel natuurlijk reflex. De muur is een hindernis die vrij laat in de training van het jonge paard aan de beurt is. Begin met kleine muren en verhoog ze geleidelijk aan.

Meer informatie over paardrijden en de verschillende soorten hindernissen in jumping, leest u via http://nl.wikipedia.org/wiki/Springen_(paardensport).