Geelzucht of Icterus

De officiële benaming van geelzucht is icterus. Dit is een gele verkleuring van de huid en de slijmvliezen, ten gevolge van ophoping van bilirubine in het bloed.

Geelzucht: bilirubine

Van bilirubine heeft u misschien nog nooit gehoord, maar dit heeft wel te maken met geelzucht. In de korte beschrijving van geelzucht hierboven, werd bilirubine reeds vermeld. Bilirubine is een afbraakproduct van de haemgroep van het hemoglobine. In de milt wordt het bilirubine aan albumine gebonden (ongeconjugeerd bilirubine) en via het bloed naar de lever getransporteerd. In de lever wordt het bilirubine gekoppeld aan glucuronzuur (geconjugeerd bilirubine, waarbij het water oplosbaar wordt en door de nier kan worden uitgescheiden).

Bij de afsluiting van de galwegen kan ook geconjugeerd bilirubine in het bloed terechtkomen en dus in de urine. In de darm wordt het geconjugeerd bilirubine omgezet (gereduceerd) tot urobilinogeen en andere bilirubinogenen. Dit komt (geoxideerd) in de ontlasting als stercobiline terecht. Een deel van het urobilinogeen wordt weer geresorbeerd door de darm en grotendeels door de lever met de gal uitgescheiden (enterohepatische kringloop). Een klein deel verschijnt in de urine (=urobiline).

De hoeveelheid on- en geconjugeerd bilirubine in het bloed is onder normale omstandigheden te laag om een gele verkleuring van de huid te veroorzaken. Onder pathologische omstandigheden kan de hoeveelheid on- en/of geconjugeerd bilirubine in het bloed dusdanig toenemen dat er een gele verkleuring van de huid en slijmvliezen ontstaat: geelzucht.

Is het wateroplosbare geconjugeerde bilirubine en/of het urobilinogeen verhoogd in het bloed aanwezig, dan ontstaat er donkere urine. Zijn de galwegen afgesloten, dan kunnen de galkleurstoffen niet in de ontlasting komen en ontstaat ontkleurde ontlasting (stopverf-ontlasting).

Geelzucht: oorzaken

Geelzucht kan meerdere oorzaken hebben. Deze mogelijke oorzaken volgen in de volgende paragrafen.

Geelzucht oorzaak: haemolytische anemie (prehepatische icterus)

Dit is een anemie door een versnelde afbraak van erythrocyten (bijvoorbeeld bij sikkelcelanemie en rhesusantagonisme).De lever krijgt meer ongeconjugeerd bilirubine aangeboden en er wordt meer geconjugeerd bilirubine in de darm uitgescheiden. Dit kan zelfs leiden tot bilirubinestenen in de galwegen. Meer dan normaal urobilinogeen wordt geresorbeerd in de darm. Er ontstaat geelzucht (meer ongeconjugeerd bilirubine in het bloed en meer uribilinogeen) met donkere urine (meer urobiline) en een donkere ontlasting.

Geelzucht oorzaak: ziekte van de lever, bijvoorbeeld hepatitis (hepatische icterus)

Door de diffuse levercelbeschadiging ontstaat er een zwelling van de levercellen, waardoor de galcapillairen worden dichtgedrukt. Het door de levercellen geconjugeerde bilirubine kan niet meer afvloeien naar de grote galgangen en zal via de levervenen (aderen van de lever) en de vena hepatica in de bloedbaan komen.

Afhankelijk van de ernst van de aandoening is de ontlasting meer of minder ontkleurd (weinig tot geen geconjugeerd bilirubine is in de ontlasting gekomen). De urine is donker door uitscheiding van veel geconjugeerd bilirubine. Bij een zeer ernstige beschadiging van de lever kan de lever het ongeconjugeerde bilirubine niet meer in geconjugeerd bilirubine omzetten. Het gehalte ongeconjugeerde bilirubine in het bloed stijgt.

Obstructie van de galwegen (posthepatische icterus)

Bij een obstructie van de ductus hepaticus, ductus choledochus of papil van Vater door een tumor (pancreaskopcarcinoom, galblaascarcinoom) of steen kan het geconjugeerd bilirubine niet in de darm komen. De faeces in ontkleurd. Het geconjugeerd bilirubine komt in het bloed terecht en leidt tot donkerdere urine. In een later stadium, als door langdurige stuwing de leverfunctie achteruit gaat (verminderde conjugatie), ontstaat ook geelzucht. Wanneer de normale galafloed van de lever naar het duodenum belemmerd is, spreekt men van cholestase.

Men onderscheidt intrahepatische cholestase en extrahepatische cholestase (galstroombelemmering in de ductus hepaticus, ductus choledochus, en papil van Vater). Beiden worden gekenmerkt door een stijging van het geconjugeerd plasma-bilirubinegehalte, plasmagalzure zoutengehalte en leverenzym (AF, YGT, etc.). Cholestase gaat vaak gepaard met jeuk (prunitus) door ophoping van onder andere galzure zouten in het subcutane weefsel (onderhuids weefsel). Mogelijk spelen ook andere grotendeels ontbrekende factoren een rol.

Geelzucht: meer informatie

Als u meer informatie wenst te lezen over geelzucht, dan bestaan er heel wat websites op het Internet die meer informatie over geelzucht aanbieden dan bovenstaand artikel over geelzucht. Lees bijvoorbeeld meer informatie over geelzucht via Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Geelzucht.